Klimmen in de herfstzon door het Spaanse achterland

ebo[1]

Op zondag 12 oktober a.s. wordt in het Spaanse Calpe de eerste jubileumeditie van de Trofeo Peñon de Ifach gehouden. Voor de vijfde keer is hotel Diamante Bach de start- en aankomstplaats van de toertocht. De organisatie ligt in handen van Vuelta-Turistica in samenwerking met de stad Calpe, Club Ciclista Altea en AR-Hotels. De Peñon de Ifach is een vlakbij het hotel in de zee gelegen rots die het symbool is van de Costa Blanca.

Een mooie gelegenheid om een zonnige herfstvakantie te combineren met een fietstocht in het prachtige Spaanse achterland is de Trofeo Peñon de Ifach, een 126 km lange tocht waarbij maar liefst 2.036 hoogtemeters overwonnen moeten worden. Het hoogste punt wordt al na 66km bereikt, daarna gaat het nagenoeg constant in dalende lijn terug naar de kust. [map id=”4″]

Een half uurtje voor de start zijn we aanwezig. De kleding van sommige Spaanse deelnemers doet denken aan temperaturen rond het vriespunt. Maar het heerlijke najaarszonnetje heeft nog voldoende kracht om alle extra kleding in de koffer te laten. Het eerste deel van de route volgt de kustlijn. Na de eerste bocht stijgt de weg al direct langs de zee. Na 5,5 km gaat de weg linksaf naar Benissa, één van de oudste stadjes aan de Costa Blanca met een prachtig bewaard oud centrum met typische smalle straatjes. De 200 meter hoge heuvelrug langs de kust ligt nu achter ons.

De route gaat het binnenland in via Senija en Lliber. De hoofdstraat van Lliber is zo smal dat er stoplichten aan te pas moeten komen om het verkeer te regelen. Ook dit dorpje is de moeite waard om op een ander moment eens rustig te voet te verkennen. De wijnoogst in de Vall de Pop, de vallei bij Jalon (Xalo), is al achter de rug. De bodega waar de plaatselijke en zeer zoete Muscatel wijn geproefd kan worden, ligt langs de route net voordat, via de brug, de Rio Jalón wordt overgestoken. De wijnstokken worden nu verdrongen door amandelbomen en citrusvruchten. De eerste bevoorrading is na 28,5 km in Alcalali. De route gaat daarna verder langs Orba, Tormos en Sagra tot net voor Pego. In deze omgeving zijn prehistorische schilderingen gevonden.
Verraderlijke drempels
Vanuit het op 300 meter hoogte gelegen, door de Moren in de 13e eeuw gebouwde, Castillo de Ambra werd de weg van Pego tot in de Vall de Ebo bewaakt. Hier begint de eerste echte beproeving van de dag, de 8,6 km lange, gelijkmatige, maar slingerende klim van de Alto de Ebo met een gemiddeld percentage van 5,4%. Een prachtig uitzicht op Pego en de rijstvelden aan de kust is de beloning in de laatste bocht voor de top. De hoogvlakte is rotsachtig en kaal. Na het passeren van de brug over de rivier bij Vall de Ebo (48 km) gaat de route verder richting Alcalá de la Joveda. De
volgende 20 km gaat het weer bergop over een sterk golvende weg met stukken van 16% door een prachtig ruig natuurgebied. Langzaam komt er meer begroeiing.

Na de Cova de Rull slaan we af naar Beniaia. Een prachtig in het groen gelegen klim brengt ons in het kleine bergdorpje. De laatste 4 km (gemiddeld 5,8%) zijn de mooiste, maar ook de zwaarste van de hele tocht. In het smalle weggetje naar de top van de Puerto de Tollos (825 m) zitten vier verraderlijke korte drempels van 10, 11 en twee keer meer dan 13%.

Bij Facheca komen we op een wat grotere weg. Vanaf hier is het alleen maar lekker wat bijtrappen om in de afdaling een aangename snelheid te kunnen houden. Het dorpje Fomorca is onopgemerkt gepasseerd. Castell de Castells, met zijn typische witte klokkentoren zoals in zoveel dorpjes hier in de buurt, ligt weer een klein beetje hoger. Hier ontspringt de Rio Jalón. Op de splitsing aan de rand van het dorp kun je ook naar de Coll de Rates rijden. Via Benigembla komen we in Parcent waar het even oppassen geblazen is bij het oversteken van de hoofdweg. Daar kruisen we de afdaling van de Coll de Rates met redelijk wat verkeer.

Terug in het dal pikken we bij Alcalali de route weer op richting Calpe die we op de heenweg in omgekeerde richting reden. Net na Jalon beginnen de laatste 26 kilometer en doet de heuvelrug langs de kust onze benen voor de laatste keer pijn. Bij de finish staan de broodjes en de gekoelde drank gereed. Met een mooi fietsshirt als aandenken gaan we huiswaarts.

Author: Rens Klaasse

Scroll naar boven
Scroll naar top